10. De veenstreken herbergden vroeger nogal eens vogels van diverse pluimage. Een aparte groep werd gevormd door zwervers en daklozen. Onder deze waren muzikanten, stoelmatters, rietdekkers, goosiekerels (SOOft rnarskramer), enz. Meestal vonden ze tijdelijk onderdak bij een logement, waarvan elke streek er weI een rijk was. Het bekendste logement in de om trek was dat van Annegien Smemann, betel ' bekend als Stoet Anne. Haar nering dreef zij aan de Runde dieht tegen het Zwartemeer aan.