21. Waar veel scheepvaart is zal uiteraard ook een plaats zijn om deze schepen te repareren. In Balk was een dergelijke plaats aan de Luts, in de richting van het Slotermeer. Hier had men de kleine en de grote helling, waar de schepen onder meer weer werden geteerd en gebreeuwd. De hoge schuur is de hellingschuur. De laatste hellingbazen waren Pier van de Helling en Gooitsen van de Helling. (Zij heetten eigenlijk v.d. Werf.) Op de voorgrond zien we Harmen Hoogeveen en zijn vrouw, met op haar arm de kleine Antsje. Achter hen poseert de familie Lyklama.